Bijna 2 miljoen mensen krijgen hulp en ondersteuning

In 2015 ontvingen bijna 2 miljoen mensen zorg en ondersteuning. Dit is ongeveer 15% van de volwassen Nederlanders die zelfstandig wonen. Zij kregen hulp bij dagelijkse handelingen, zoals het doen van het huishouden, het zichzelf aan- en uitkleden of het verzorgen van wonden. Dat blijkt uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Ongeveer 8% van de zelfstandig wonende Nederlandse volwassenen, meer dan de helft van mensen die zorg krijgen, stelt dat zij meer hulp nodig hebben dan zij ontvangen. Twee derde van hen ontvangt al een vorm van zorg en ondersteuning, een derde nog helemaal niet. Er is vooral behoefte aan (meer) hulp bij het huishouden (5%) en begeleiding (3%). De meeste hulp die wordt gegeven komt van mantelzorgers, directe familie, vrienden of bekenden.

Mijn kwaliteit van leven
Patiëntenfederatie Nederland is niet verbaasd dat mensen niet alle hulp krijgen die ze willen. Directeur Dianda Veldman: “Dat blijkt ook uit ons grote onderzoek naar de kwaliteit van leven van mensen. Een deel van de deelnemers geeft daar aan dat hun situatie met beter passende hulp en/of hulpmiddelen beter zou zijn. Meest genoemde redenen waarom zij niet over beter passende hulp en/of
hulpmiddelen beschikken zijn: geen geld hebben en niet in aanmerking komen voor (beter) passende hulp en/of hulpmiddelen.”

Uit een onderzoek dat de Patiëntenfederatie hield met Ieder(in) en het LPggz kwam een soortgelijk beeld. Een cliënt: “Gemeenten die met de zogenaamde keukentafelgesprekken de opdracht meegeven geen uren te geven of, als er al hulp is, uren in te nemen. Dat is geen hulp maar gaten dichten in de rest van de begroting.”

Dat gaat dan over het Wmo-loket van de gemeente. Uit het onderzoek van het SCP blijkt dat ongeveer 60% van de volwassen bevolking het Wmo-loket kent. Maar amper 5 procent heeft ook echt contact met het loket. Dat laatste geldt vooral voor mensen met een beperking en ouderen

Wie biedt zorg
De zorg en ondersteuning die mensen krijgen bestaat uit hulp bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen, zoals het doen van het huishouden, het zichzelf aan- en uitkleden of het verzorgen van wonden. Een groot deel van deze zorg en ondersteuning krijgen zij van de partner, volwassen kinderen, ouders, buren, vrienden of vrijwilligers. Ongeveer 9% van de Nederlanders ontvangt deze informele hulp. Publiek en particulier gefinancierde hulp komen iets minder vaak voor: respectievelijk ruim 6% en ongeveer 3%. Hulp in het huishouden is het type hulp dat het meest wordt ontvangen (11%). Persoonlijke verzorging en begeleiding (beide 4%) en verpleging (2%) krijgen Nederlanders beduidend minder vaak.

Meerdere typen helpers komt relatief weinig voor
Bij het totaal aan ontvangen zorg en ondersteuning is in een op de vijf gevallen sprake van meerdere typen helpers. Het gaat meestal om informele hulp plus publiek gefinancierde professionals, gevolgd door de combinatie van informele en particulier gefinancierde hulp. Begeleiding krijgen mensen het vaakst van meer dan één type helper (in bijna 17% van de gevallen). Verpleging krijgen zij het vaakst alleen van publiek gefinancierde professionals (62%).

Is deze pagina nuttig?
Bedankt voor je feedback!