Gesprek met huisarts kan helpen bij opstellen wilsverklaring

Mensen die een wilsverklaring willen opstellen kunnen baat hebben bij een goed gesprek met de huisarts, voor ze een wilsverklaring maken. Dat blijkt uit een onderzoek van Patientenfederatie Nederland onder 8837 mensen. Van hen hadden 1883 mensen een wilsverklaring.

In een dergelijke verklaring kunnen mensen zaken vastleggen over wat er met hen moet gebeuren als ze zelf niet meer in staat zijn beslissingen te nemen. Het gaat bijvoorbeeld om wel of niet reanimeren of een euthanasieverklaring.

Maar ook om wie dan namens hun beslissingen neemt. De meeste mensen die een verklaring hebben, zeggen dat ze het belangrijk vinden om zaken vast te leggen om misverstanden te voorkomen. Ook willen ze de omgeving niet belasten en willen ze niet dat anderen over hen beslissen als ze het zelf niet meer kunnen.

Deelnemers met een wilsverklaring zijn ouder dan mensen zonder zo’n verklaring. 92 procent van de mensen met een wilsverklaring heeft een of meer chronische aandoening(en).

Van de 1883 deelnemers met een wilsverklaring heeft 17 procent ook een niet-reanimerenpenning (aangevraagd). 64 procent van die groep vindt dat als het lichaam ermee stopt, het maar moet stoppen. 44 procent zegt een slechte gezondheid te hebben en daarom niet te willen worden gereanimeerd. Van deze groep met een wilsverklaring heeft 55 procent (1037 mensen) een euthanasieverzoek in de verklaring. Het overgrote deel heeft dat onder meer omdat men niet als een kasplantje wil eindigen.

Van de mensen met een wilsverklaring heeft iets meer dan de helft vooraf een gesprek met de huisarts gehad. Mensen die met de huisarts praten, doen dat omdat de arts kan helpen bij de verklaring. De groep deelnemers die niet met de huisarts heeft gesproken geeft als reden dat ze zelf wel weten wat ze willen. Ook zeggen mensen dat ze denken dat de huisarts niet open staat of geen tijd heeft voor een gesprek.

Van de groep die wel eerst met de huisarts praat zegt iets meer dan de helft dat het gesprek heeft geholpen. De arts heeft geholpen om de wensen te formuleren, of de dokter heeft aangegeven wat hij wel of niet kan doen. “De huisarts heeft mij op zaken gewezen waar ik zelf in eerste instantie geen rekening mee had gehouden”, zegt een deelnemer. Een ander zegt: “Zelf heb ik duidelijk kunnen zeggen wat ik wel en niet wil. De huisarts heeft uitgelegd wat wel of niet kan.”

Mensen die wel vooraf met de arts gingen praten maar voor hun gevoel niet werden geholpen zeggen vaak dat dit komt omdat de dokter niets heeft kunnen toevoegen. “Mijn beslissing stond al vast. Ik wilde alleen weten of en hoe de huisarts kon helpen.”

Patientenfederatie Nederland raadt mensen die nadenken over een wilsverklaring aan eerst met de huisarts het gesprek aan te gaan. De Patiëntenfederatie raadt tevens aan een wilsverklaring te laten opnemen in het medisch dossier.

> Bekijk hier ons themadossier over wilsverklaringen

> Bekijk hier ons e-book over het levenseinde

> Bekijk hier ons themadossier over Begin een goed gesprek

Is deze pagina nuttig?
Bedankt voor je feedback!