Bespreek het werk van een patiënt vaker in de spreekkamer
Het levert heel veel op als mensen met een ziekte of beperking in staat worden gesteld om te kunnen blijven werken, niet in de laatste plaats voor henzelf. Maak het onderwerp werk daarom vaker bespreekbaar in de spreekkamer en handel in dat belang, stelt Patiëntenfederatie Nederland na onderzoek naar dit onderwerp. Iedere patiënt die binnen de zorg ondersteund wordt om door te kunnen blijven werken of snel weer inzetbaar is, is winst.
Hogere kwaliteit van leven
Die winst zit hem in de eerste plaats bij en voor de patiënt zelf. Uit een analyse van Patiëntenfederatie Nederland van cijfers uit Mijnkwaliteitvanleven.nl blijkt bijvoorbeeld dat mensen die ondanks hun ziekte of aandoening kunnen blijven werken, hun kwaliteit van leven een significant hoger cijfer geven dan mensen die niet meer werken. Bovendien beoordelen zij hun fysieke én mentale gezondheid hoger: werk biedt structuur, minder geldzorgen en zingeving. Patiëntenfederatie Nederland ziet dat patiënten over het algemeen blij zijn als ze – indien de ziekte of aandoening dat toelaat – kunnen blijven bijdragen aan de maatschappij. Het is ook niet voor niets dat de vraag ‘kan ik blijven werken?’ in de top-3 staat van onderwerpen waar ze zich het meest zorgen over maken op het moment dat ze te horen krijgen dat ze ziek zijn. Dit blijkt uit een onderzoek van het RadboudUMC.
Gezien de relevantie die patiënten zelf aan dit onderwerp geven, zou het onderwerp vaker in de spreekkamer met een arts of specialist ter tafel moeten komen. Bij 51% van de deelnemers aan het onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland onder haar Zorgpanel is dat niet gebeurd tijdens hun zorgtraject. 68% van de mensen die niet over hun werk gesproken heeft tijdens het zorgtraject had dit wel gewild. Meer dan de helft (56%) van de deelnemers bij wie wél over werk is gesproken, moest hier zelf over beginnen. Dat laat zien dat hier nog een enorme winst in te boeken is. Een ogenschijnlijk kleine aanpassing of verandering in het zorgtraject, kan namelijk grote invloed hebben op in welke mate iemand nog kan werken. Maar dan moet de huisarts of de specialist dat wél weten. En Samen Beslissen moet dan het uitgangspunt zijn.
Het ene medicijn is het andere niet
Een voorbeeld is een bus- of vrachtwagenchauffeur die aan zijn of haar buik geopereerd moet worden. Voor een zittend beroep kan het nogal uitmaken op welke plek en welke manier een snede wordt gemaakt. Maar als artsen dit niet weten, kunnen ze er sowieso geen rekening mee houden. Daarnaast kan de keuze voor medicijnen bij een aandoening ook bepalend zijn hoe goed iemand nog in staat is om te werken. Het ene medicijn heeft een grotere invloed op de rijvaardigheid dan het andere medicijn met dezelfde werking. Maar dan moet een arts dus wel weten dat iemand als beroep heel de dag op de weg zit.
Kosten gaan voor de baten uit
Patiëntenfederatie Nederland is zich ervan bewust dat de zorg aanpassen waardoor iemand aan het werk kan blijven extra kosten met zich meebrengt. Denk bijvoorbeeld aan extra tijd dat hiervoor nodig is tijdens een consult, aanpassingen die gedaan moeten worden op de werkvloer of het vergoeden van een bepaald type medicijn dat zich perfect leent voor een beroep dat iemand heeft. Daar tegenover staat echter dat arbeidsongeschiktheid ons als maatschappij óók geld kost, op dit moment zo’n 13 miljard euro per jaar. Wat Patiëntenfederatie Nederland betreft hebben de ministeries van VWS, Sociale Zaken, werknemers en werkgevers dus een gezamenlijk belang en pakken zij de handschoen op. Om te beginnen door werk standaard mee te nemen in het zorgtraject en hier eventueel passende financiering voor te vinden.
-
pdf, 214 kB
september 2023