Vier op de vijf patiënten maakt zich zorgen om de toekomst van hun zorg
Meer dan 80% van de mensen die op dit moment zorg nodig heeft, maakt zich zorgen over hoe die zorg er over 10 jaar voor hen uitziet en geregeld is. Dat blijkt uit een onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland. Daarbij is gevraagd naar hoe patiënten die de afgelopen twee jaar zorg nodig hadden de huidige zorg beoordelen en hoe zij naar de toekomst daarvan kijken.
De zorgen van de patiënten uit het onderzoek gaan vooral over de toegankelijkheid van zorg en de betaalbaarheid van de zorg in de toekomst. Door (dreigende) personeelstekorten vragen patiënten zich af of er in de toekomst nog wel voldoende zorg (in de buurt) beschikbaar is. Door de steeds maar stijgende kosten die patiënten kwijt zijn aan zorg, vragen patiënten zich ook af of ze de zorg over tien jaar nog wel kunnen betalen. Onder andere door bovenstaande ontwikkelingen denkt 70% van de patiënten uit het onderzoek dat de zorg in Nederland over 10 jaar (veel) slechter is dan nu.
Zorgen over begroting 2024
Met deze ontwikkelingen en zorgen van patiënten in het achterhoofd, zet Patiëntenfederatie Nederland enkele kanttekeningen bij de begroting van het ministerie van VWS die gisteren op Prinsjesdag is gepresenteerd. In 2024 valt de eenmalige extra zorgtoeslag uit 2023 weg, de zorgpremie gaat omhoog en komt er een eigen bijdrage in de WMO bij. De stapeling van kosten lijkt daarmee groter te worden en de zorg voor patiënten simpelweg duurder en minder toegankelijk. Deze ontwikkeling strookt niet met de brede politieke roep om meer bestaanszekerheid voor mensen.
Oordeel over huidige zorg
Over de kwaliteit van de zorg op dit moment is een groot gedeelte van de zorgpatiënten nog wel tevreden. Gemiddeld beoordelen patiënten de huidige zorg in Nederland met een 7,3. 53% van de patiënten uit het Zorgpanel geeft de zorg een 8 of hoger, 11% beoordeelt de kwaliteit van de zorg op dit moment als onvoldoende. 94% van de patiënten stelt dat de zorg die zij de afgelopen twee jaar kregen meestal of altijd van goede kwaliteit was. 90% van de patiënten kon voor hun zorg de afgelopen twee jaar meestal of altijd makkelijk terecht. Aan het onderzoek deden 11.534 respondenten mee.
Volgens de directeur-bestuurder van Patiëntenfederatie Nederland Arthur Schellekens bevestigen de onderzoeksresultaten dat er snel kleine en grote veranderingen nodig zijn om de zorg toekomstbestendig te maken: “De kwaliteit van zorg voor patiënten wordt op dit moment in het algemeen nog als goed beoordeeld, maar dat biedt zeker met alle veranderingen die er op ons afkomen geen garanties voor de toekomst. Om de komende jaren steeds meer mensen van goede zorg te kunnen voorzien, moeten we veel zaken anders gaan organiseren. En het hoopvolle is: er is nog veel ruimte voor verbetering naar meer passende zorg. Dat blijkt eveneens uit het onderzoek.”
Meer hybride zorg
In het onderzoek is patiënten namelijk ook gevraagd naar bijvoorbeeld hun ervaringen met digitale zorg. Een overgroot deel van de ondervraagden (84%) heeft de afgelopen twee jaar ervaring opgedaan met digitale mogelijkheden in de zorg, maar veel digitale mogelijkheden lijken nog onbenut te blijven. Het inzien van medische gegevens in een online portaal werd door 78% van de ondervraagden de afgelopen twee jaar gedaan. Online een afspraak maken met een zorgverlener door 57%. Digitaal contact met een zorgverlener (beeldbellen of e-consult) werd door 42% van de ondervraagden gedaan. Het monitoren van gezondheidsgegevens op afstand gebeurde de afgelopen twee jaar maar bij 28% van de ondervraagden: “Wij zien hier echt nog ruimte voor verbetering,” aldus Schellekens. “Het is echt zaak dat we goede innovaties op dit gebied sneller gaan invoeren door heel het land. Zorg dat je zorg die digitaal kan ook digitaal organiseert. Hoe beter je dit doet, hoe meer tijd er overblijft voor patiënten die echt een arts moeten zien of spreken.”
Meer Samen Beslissen
Als een arts dan met een patiënt spreekt over zijn of haar zorg, moet de arts de patiënt nog veel meer en beter betrekken bij de keuzes die daarin gemaakt worden. 37% van de ondervraagden werd de afgelopen twee jaar niet tot nauwelijks betrokken bij de zorg die zij kregen. Ongeveer de helft had daar wel behoefte aan. Ze ervaarden nu onvoldoende uitleg over gemaakte keuzes in hun behandeling of te weinig inspraak. Ook voelden ze te weinig ruimte om vragen te stellen: “En dat is niet goed,” aldus Schellekens: “Uit alle eerdere onderzoeken blijkt: hoe beter je een patiënt betrekt en laat meebeslissen over zijn of haar zorg, hoe passender de zorg wordt. Ook op dit gebied valt er nog een heleboel te winnen.”
Geef patiënten duidelijkheid: waar kunnen ze straks nog op rekenen?
Naast meer en beter gebruik maken van digitale mogelijkheden in de zorg en patiënten beter betrekken, kunnen en moeten er in de zorg volgens Patiëntenfederatie Nederland nog veel meer zaken verbeteren. Een aantal van deze punten zijn onlangs uiteengezet in het verkiezingsmanifest, wat als input dient voor de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen.
Maar minstens zo belangrijk als deze concrete verbeteringen, is volgens Patiëntenfederatie Nederland een duidelijke visie op waar de zorg in Nederland over tien jaar staat. Daaruit moet duidelijk worden waar patiënten dan nog op mogen en kunnen rekenen en wat ze bijvoorbeeld zelf moeten doen: “De onzekerheid daarover bij patiënten is groot. Die moeten we zien weg te nemen,” aldus Schellekens. Hij roept onder andere de politiek op om daar in aanloop naar de verkiezingen hun visie over te schetsen, met elkaar in debat te gaan over zorgthema’s en na de verkiezingen tot overeenstemming te komen: “Het Integraal Zorgakkoord (IZA) geeft goed richting, maar hoe dat concreet uitwerkt voor patiënten over 10 jaar, moet duidelijker worden. De zorg gaat de komende jaren anders worden. Dat heeft grote invloed op patiënten. De politiek moet daar helder en eerlijk over zijn zodat patiënten zich daarop voor kunnen bereiden. Patiëntenfederatie Nederland denkt daar graag over mee.”
-
pdf, 748 kB
september 2023