Beslissen over een behandeling en vertegenwoordiging
Soms moeten jij en je dokter moeilijke beslissingen nemen over het al dan niet uitvoeren van behandelingen. Daarin hebben jullie verschillende verantwoordelijkheden.
Wat mag je als patiënt beslissen over je behandeling?
Als patiënt heb je het recht om elke behandeling te weigeren. Voor iedere behandeling die een dokter uitvoert, moet zij/hij je informeren en je toestemming hebben. Geef je geen toestemming, dan mag je dokter de behandeling niet uitvoeren. Soms is het voor de dokter niet mogelijk om je toestemming te vragen. Bijvoorbeeld als je buiten bewustzijn bent, een ernstige vorm van dementie hebt of een ernstige beroerte hebt gehad. De dokter zal je dan de behandeling geven die zij/hij nodig vindt. Gaat het niet om acute hulp? Dan overlegt je dokter eerst met je naasten of vertegenwoordiger.
Behandelverbod
Weet je nu al in welke situaties je niet of niet meer behandeld wilt worden? Of wat voor soort behandelingen je niet wilt krijgen? Dan kun je een behandelverbod op papier zetten. Dit kun je bijvoorbeeld doen als je behandelingen zoals beademing, opname in het ziekenhuis, op de IC of reanimatie niet meer wilt. Of als je bijvoorbeeld geen antibiotica meer wilt hebben. Een behandelverbod is één van de verschillende wilsverklaringen die je kunt opstellen. Jouw dokter moet zich houden aan een behandelverbod. Tenzij er zwaarwegende redenen zijn om er vanaf te wijken. Zoals twijfels over je wilsbekwaamheid toen je het behandelverbod opstelde. Of twijfel of het behandelverbod wel echt jouw eigen wens is.
Wat mag een dokter beslissen over jouw behandeling?
Elke dokter is verplicht om goede zorg te geven. Dat staat in de Nederlandse artseneed en in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Dat houdt in dat een dokter verplicht is zich te gedragen als een ‘goed hulpverlener’.
Maar een dokter kan ook besluiten om te stoppen met een behandeling of om een behandeling niet (meer) te geven. De dokter besluit dit als iemand geen baat meer heeft bij een bepaalde behandeling. We noemen dit ‘medisch zinloos handelen’. De dokter zal in zo’n geval met jou of met jouw vertegenwoordiger overleggen. Maar uiteindelijk beslist de dokter.
Er zijn verschillende situaties waarin een dokter een dergelijk besluit kan nemen. De dokter kan dit bijvoorbeeld doen als:
- je in de stervensfase bent en niet meer zelf kan eten en drinken. De dokter kan dan besluiten om geen infuus met vocht meer te geven. Want in die fase kan je lichaam dit toegediende vocht niet meer goed verwerken.
- je kanker hebt en deze zodanig is uitgezaaid dat het geen zin meer heeft om nog te opereren.
De dokter mag beslissen om niet meer te starten met een behandeling of om met een behandeling te stoppen. Ook als je het daar niet mee eens bent. Een dokter mag namelijk geen behandelingen uitvoeren die medisch zinloos zijn. Dat wil zeggen een behandeling die de patiënt niet meer helpt. Zij/hij zal dat wel altijd zo goed mogelijk uitleggen. Je kunt in deze situaties overwegen om een second opinion aan te vragen. De dokter zal je wel altijd blijven behandelen om je lijden te verlichten. We noemen dat palliatieve zorg passend bij jouw persoonlijke situatie.
Wat kan en mag een vertegenwoordiger doen?
Een vertegenwoordiger is iemand die namens jou toestemming geeft bij beslissingen over zorg en behandeling als je dat zelf niet meer kunt. Bijvoorbeeld als je buiten bewustzijn bent, als je vergevorderde dementie hebt of als je een ernstige beroerte hebt gehad. Je bent dan ‘wilsonbekwaam’ voor het nemen van beslissingen over je zorg en je behandeling.
Het is belangrijk om tijdig met je vertegenwoordiger te bespreken wat je wensen zijn voor het laatste deel van je leven. Bijvoorbeeld als je bepaalde behandelingen niet meer zou willen. Het is verstandig om dat ook op te schrijven. De vertegenwoordiger kan dan, als het nodig is, aan je dokter vertellen dat je je wil of je wensen op papier hebt staan.
Kiezen voor euthanasie is een persoonlijke beslissing die je alleen zelf kunt nemen. Je vertegenwoordiger kan niet namens jou om euthanasie vragen. Wel kan je vertegenwoordiger een eerder opgesteld schriftelijk euthanasieverzoek onder de aandacht van de dokter brengen. Een naaste of een ander die weet van jouw verzoek, kan dat ook doen.
Wie is je vertegenwoordiger?
Sommige mensen hebben een door de rechtbank aangewezen curator of mentor. Die is dan de wettelijk vertegenwoordiger. Meestal is er geen curator of mentor benoemd. Dan overlegt de dokter met je partner. Heb je geen partner, dan overlegt zij/hij met een ouder, grootouder, kind, kleinkind, broer of zus. Wil je iemand anders aanwijzen als vertegenwoordiger? Dan kun je dat met een schriftelijke verklaring doen. Dat wordt ook wel een volmacht genoemd.
Hoe wijs je een vertegenwoordiger aan?
Als je zelf een vertegenwoordiger wilt aanwijzen, schrijf dan de naam van deze persoon op papier. Schrijf erbij dat je wilt dat deze persoon je vertegenwoordiger is als je wilsonbekwaam bent. Vervolgens zet je je naam, datum en handtekening op het papier. Het is niet nodig om dit bij een notaris vast te leggen. Maar dat kan wel. Als je een vertegenwoordiger aanwijst, informeer dan altijd je huisdokter en je familie hierover.