Meest gestelde vragen
1. Waarom is palliatieve zorg zo belangrijk?
Patiënten die goede palliatieve zorg krijgen:
- zijn vaak minder somber en angstig
- hebben minder last van andere klachten en problemen
- ervaren dat hun kwaliteit van leven beter is
- hoeven minder vaak (plotseling) naar het ziekenhuis
Ook blijkt dat naasten het sterven van hun dierbare beter kunnen verwerken.
2. Wanneer krijg je palliatieve zorg?
Palliatieve zorg start als je niet meer beter wordt. Je beslist samen met je arts over hoe verder. De (medische) behandeling richt zich niet op genezen, maar op het voorkomen en verminderen van klachten en problemen. Palliatieve zorg krijg je tot en met je sterven. Na je overlijden blijft er aandacht voor je naasten.
3. Waar krijg je palliatieve zorg?
Je kunt overal palliatieve zorg krijgen. Dus thuis, in het ziekenhuis, in het verpleeghuis, in een andere instelling of in het hospice. Bespreek dit met je (huis)arts of (wijk)verpleegkundige. Zij helpen je op weg.
4. Krijg je palliatieve zorg vergoed?
De kosten van (huis)artsen, wijkverpleging, ziekenhuis, medicijnen en hulpmiddelen krijg je vergoed. Wie betaalt hangt af van je situatie.
- Betaalt je zorgverzekeraar jouw zorg? Dan wordt ook palliatieve zorg vergoed via je zorgverzekering.
- Valt de zorg die je thuis of in het verpleeghuis krijgt onder de Wet Langdurige Zorg? Dan worden de kosten van de palliatieve zorg vergoedt door je zorgkantoor.
- Voor hulp bij het huishouden, aanpassingen in huis, en ondersteuning van mantelzorgers en zorg voor kinderen, kun je terecht bij je gemeente. Je gemeente vergoedt dit vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
- Er zijn ook kosten die je zelf moet betalen. Bij palliatieve zorg horen ook eigen bijdragen, eigen risico, en de kosten van zorg die niet via een verzekering is geregeld. Zoals verblijf in een hospice, vitaminen en voedingssupplementen, soms de fysiotherapeut of een psycholoog, en klussen aan huis of tuin.
5. Is palliatieve sedatie hetzelfde als palliatieve zorg?
Nee, palliatieve zorg richt zich op de kwaliteit van leven van jou en jouw naasten. Palliatieve sedatie kan hier een onderdeel van zijn. Bij palliatieve sedatie geeft een arts je medicijnen waardoor je buiten bewustzijn wordt gebracht. Dit doet je arts als je op het laatst veel pijn hebt of erg benauwd bent. En als het niet lukt om dit op een andere manier op te lossen. Doordat je slaapt, heb je geen last meer van pijn of benauwdheid.
Er zijn verschillende vormen van palliatieve sedatie:
- Bij oppervlakkige sedatie lig je te soezen. Je bent een beetje suf, maar maakt nog wel mee wat er om je heen gebeurt.
- Diepe sedatie lijkt op slapen. Je maakt niet meer bewust mee wat er om je heen gebeurt.
- Tijdelijke sedatie is bedoeld om je even rust te geven, bijvoorbeeld tijdens de nacht.
- Bij continue sedatie word je niet meer wakker. Je arts kiest hier alleen voor als hij verwacht dat je binnen twee weken sterft. Je eet en drinkt dan vaak zelf niet meer. Krijg je sondevoeding of een infuus? Dan stopt de arts hiermee. Dat gaat namelijk niet goed samen met sedatie.
Als je palliatieve sedatie krijgt en sterft, dan sterf je niet door de sedatie of door een tekort aan vocht. Je overlijdt door de ziekte(n) die je hebt. Het is een natuurlijk overlijden, waarbij je geen last meer hebt van pijn of benauwdheid.